Verhoging van pensioenen in 2023
Het bestuur van Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen (SPD) heeft besloten de pensioenen van alle deelnemers per 1 januari 2023 met 9,9% te verhogen. Pensioengerechtigden zien dit hogere pensioen vanaf eind januari 2023 op hun rekening staan. De pensioenaanspraken van SPD-deelnemers die nog niet aan hun pensioen toe zijn, verhoogt SPD ook met 9,9%.
Financiële situatie SPD laat verhoging toe
Het bestuur van SPD heeft besloten deze maximale verhoging in te voeren omdat het bijdraagt aan de ambitie van het fonds om het pensioen van de dierenartsen zoveel mogelijk mee te laten groeien met de prijzen. Deze verhoging is mogelijk door onze goede financiële situatie, met een beleidsdekkingsgraad eind oktober van 114,7%. Ook heeft het bestuur zorgvuldig naar de gevolgen voor diverse groepen deelnemers gekeken en geconstateerd dat het besluit evenwichtig is.
Voorzitter SPD Danse Sonneveld is blij
“We zijn blij dat we de pensioenen kunnen verhogen om een verder koopkrachtverlies van onze deelnemers te beperken. Nu we midden in deze bijzondere situatie staan, met enorme prijsstijgingen, zal deze verhoging zeer welkom zijn voor onze gepensioneerden. We realiseren ons dat we hiermee slechts een deel van de prijsstijgingen kunnen compenseren. Maar zijn ook tevreden dat verhogen nu weer kan, nadat dit jarenlang niet mogelijk is geweest.”
Waarom een verhoging van 9,9%?
De wettelijke toegestane verhoging is de inflatie over een referentieperiode van ons pensioenfonds. Onze referentieperiode is in ons reglement vastgesteld van 1 juli tot 1 juli. De jaarinflatie vanaf 1 juli 2021 tot 1 juli 2022 was 9,9%. Bij het bepalen óf we de pensioenen mogen verhogen en hoe hoog deze verhoging mag zijn moeten we aan de wettelijke regels voldoen. Daarbij zijn we verplicht om de kans op verlagingen van uw pensioen in de toekomst niet te hoog te laten worden. Daarbij kijken we naar het effect op alle generaties. De financiële situatie van SPD blijkt op dit moment voldoende om deze maximale verhoging door te voeren.
Dit is een evenwichtig besluit
De belangen van álle deelnemers (actief, slapers en pensioengerechtigd) en de evenwichtigheid staan centraal bij het nemen van dit besluit. Aan de ene kant is rekening gehouden met de koopkrachtdaling van de gepensioneerde dierenartsen. Hun pensioen is al jaren niet verhoogd. Aan de andere kant blijven we scherp op de onzekere economische vooruitzichten. Het bestuur wil namelijk dat SPD na het doorvoeren van deze verhoging nog steeds een voldoende financiële positie heeft om zodoende de kans op verlagen in de toekomst zo klein mogelijk te houden.
Bekijk uw nieuwe pensioen op Mijn pensioen
Vanaf 1 januari 2023 ziet u uw verhoogde opgebouwde en te bereiken pensioen op uw persoonlijke portaal Mijn pensioen.
Vragen en antwoorden over de verhoging in 2023
Het pensioen dat u tot 1 januari 2023 heeft opgebouwd wordt met 9,9% verhoogd. Op uw persoonlijke portaal, en op uw pensioenoverzicht (UPO) wat we medio 2023 versturen, ziet u wat de verhoging betekent voor uw opgebouwde pensioen.
Wij hebben bij deze beslissing de belangen van álle deelnemers van SPD evenwichtig afgewogen. Daarom konden we de pensioenen van alle deelnemers verhogen. Ook is er voor alle deelnemers geld gereserveerd voor de pensioenuitkeringen van nu en later.
U merkt dit direct in uw portemonnee. Het bruto pensioen wat we eind januari uitkeren, zal 9,9% hoger zijn.
Wij hebben bij deze beslissing de belangen van álle deelnemers van SPD evenwichtig afgewogen. Daarom konden we de pensioenen van alle deelnemers verhogen. Ook is er voor alle deelnemers geld gereserveerd voor de pensioenuitkeringen van nu en later.
Met de verhoging van 9,9% en een goede financiële situatie zetten we een 1e stap. Op basis van onze financiële situatie en door de wettelijke regels kunnen we nu niets doen aan de gemiste verhogingen uit het verleden. We beseffen dat deze verhoging lager is dan de huidige stijging van de prijzen.
Het blijft onze ambitie om een zo waardevast mogelijk pensioen voor onze deelnemers te organiseren.
Om een verhoging van pensioenen door te voeren moet SPD zich aan de wettelijke regels houden. Als eerste moet onze financiële situatie goed genoeg zijn.
Om de hoogte te bepalen van de verhoging, kijken we naar de zogenaamde referentieperiode. Die geeft voor SPD aan hoe hoog de inflatie was van 1 juli tot 1 juli. Meer dan dat inflatiepercentage mogen we de pensioenen niet verhogen.
Daarbij komt ook dat de verhoging die doorgevoerd wordt evenwichtig moet zijn over de generaties. Dus jong, oud, actief, gepensioneerd, slapend: er moet evenwicht zijn in het effect van de verhoging, want daar zit vaak verschil in.
We houden dan rekening met de koopkrachtdaling van gepensioneerden enerzijds en de (slechte) economische vooruitzichten anderzijds. Het bestuur vindt het belangrijk dat SPD ook na indexeren financieel sterk genoeg blijft om de komende jaren de kans op verlagen niet te groot te laten worden.
Er zijn nieuwe, tijdelijke regels voor het verhogen van pensioenen. Vanaf 1 juli 2022 mogen pensioenfondsen tijdelijk pensioenen verhogen (indexeren) als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan 105%. Onze beleidsdekkingsgraad was eind oktober 2022: 114,7%. Daarom kunnen wij de pensioenen verhogen. Het percentage waarmee we gaan verhogen is gebaseerd op de prijsstijging in de periode van 1 juli 2021 tot 1 juli 2022.
De wettelijke toegestane verhoging is de inflatie over een referentieperiode voor ons pensioenfonds. Onze referentieperiode is van 1 juli tot 1 juli. De jaarinflatie van 1 juli 2021 tot 1 juli 2022 was 9,9%.
Bij het bepalen óf we de pensioenen mogen verhogen en hoe hoog deze verhoging mag zijn moeten we aan de wettelijke regels voldoen. Daarbij zijn we verplicht om de kans op verlagingen van uw pensioen in de toekomst zo laag mogelijk houden. Daarbij kijken we naar het effect op alle generaties. Wij moeten namelijk ook rekening houden met de pensioenen die we in de toekomst moeten betalen. Bovendien moeten we pensioen langer betalen om omdat we steeds ouder worden.
De financiële situatie van SPD blijkt voldoende om de deze maximale verhoging door te voeren.
Alle pensioenfondsen hebben een referentieperiode vastgelegd in hun reglement. Die is dus niet overal hetzelfde. De prijsinflatie waaraan de maximaal toegestane pensioenverhoging is gekoppeld, wijkt daarom per pensioenfonds af. Wij mogen volgens de regels maximaal 9,9% verhogen, dat is de jaarinflatie van 1 juli 2021 tot 1 juli 2022 én onze financiële situatie laat dat toe.
ABP kijkt bijvoorbeeld naar de prijsstijging van 1 september 2021 tot 1 september 2022, die was toen 11,96%. Hun financiële situatie laat het toe om de pensioenen met dat percentage te verhogen. Pensioenfonds Zorg en Welzijn kijkt ook naar deze referentieperiode, maar hun financiële situatie laat het niet toe om maximaal te verhogen, dus voeren een verhoging van 6% door. Zo is het overal dus nét even anders.
De regering staat nu tijdelijk toe, dat pensioenfondsen al vanaf een beleidsdekkingsgraad van 105% de pensioenen kunnen verhogen. We moeten dan wel aan bepaalde voorwaarden voldoen, om deze mogelijkheid te benutten. De regering wil met deze maatregel de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel makkelijker maken.
In het nieuwe pensioenstelsel (waar begin december 2022 nog over gesproken wordt in de Tweede Kamer) bewegen pensioenen sneller mee met de economie. Dat betekent dat als het slecht gaat met de economie, de pensioenen eerder dalen en als het goed gaat met de economie de pensioenen eerder stijgen.
We beoordelen elk jaar opnieuw of we de pensioenen kunnen verhogen, binnen de dan geldende wettelijke regels. Onze ambitie is om de pensioenen mee te laten stijgen met de stijging van de prijzen. Dat kan alleen als onze financiële situatie dat toelaat.
Wij hebben bij deze beslissing de belangen van álle deelnemers van SPD evenwichtig afgewogen. Samen met de toezichthouder kijken we naar het effect op alle generaties. Wij moeten namelijk ook rekening houden met de pensioenen die we in de toekomst moeten betalen. Bovendien moeten we pensioen langer betalen omdat we steeds ouder worden.
De financiële situatie van SPD blijkt voldoende om de deze maximale verhoging door te voeren. Deze pensioenverhoging leidt volgens SPD dan ook niet tot het doorschuiven van tekorten naar jongeren of toekomstige generaties.